Samenvatting 2 - SAMENVATTING 2. LEVENSLEVEN Sociaal zekerheidsrecht en gezondheidsrecht - Studeersnel (2023)

SAMENVATTING 2.

LEVENSDUUR

Sociaal Zekerheidsrecht en Gezondheidsrecht

INHOUDSOPGAVE:

HERHALEN ARBEIDSRECHT ............................................... ... ..... ........ .................................. ... ..... .......... .........

  • HERHALEN ARBEIDSRECHT ............................................... ... ..... ........ .................................. ... ..... .......... .........
  • SOCIALE ZEKERHEIDSRECHT .................................................. ...... .. .............. ............................ ...... .. ................ ........
    • INLEIDING .................................................. ........................................................ ......... .... ...................................... ....................
  • GEZONDHEIDSRECHT ............................................. . ................................................... ................ ... .............
  • WERKLOOSHEIDSUITKERING................................................ ... ................................................... ................................
    • VOORWAARDEN RECHT OP WW.................................................. .. ... ............................................
    • RECHT OP DE UITKERING WW AANVRAGEN .................................. .. ........ ..... .............
    • MAATREGELEN EN STRAFFEN .................................................. ... . ................................................... . .........
  • BIJSTAND................................................. ................................................... ................................................... ....
    • ENERGIE EN BIJSTAND ............................................. ... ..... ..................................... .. ...... .. ...
  • ZIEKTEWET .................................................. ............. . ................................................... ...................................
  • NATTE WIA................................................ ................ .................................. ................................. . ................ .............................................
  • GEZONDHEID RECHT ................................................ .................. ... .................. ........... .................. ..... .................... ....... ...........
    • INLEIDING .................................. .. ....... ................................................ ......... ........................
    • GROOT Nat ................................................... ............... ...................................... ............................. . .................... ........................
    • RECHTEN EN PLICHTEN............................................... ................................................... ............
    • VERANTWOORDELIJKHEID................................................. ................................................... ................
  • ETHIEK................................................. ................................................... ................................................

SOCIALE ZEKERHEIDSRECHT .................................................. ...... .. .............. ............................ ...... .. ................ ........

INLEIDING .................................................. ........................................................ ......... .... ...................................... ....................

Soorten sociale verzekeringen:  Volksverzekeringen: voor alle inwoners, bijvoorbeeld AOW of Wlz, bekostigd door iedereen die inkomstenbelasting betaalt (via een premietarief, bijvoorbeeld inkomstenbelasting/aanslag). Het wordt betaald door de Sociale Zekerheidsbank

 Werknemersverzekeringen: Voor alle werknemers wordt oa WW, Wet WIA en ZW betaald door alle werknemers en werkgevers

Territoriaal principe: iemand die in België woont maar in Nederland werkt, valt onder de Nederlandse werknemersverzekeringen.

Verplicht systeem: volksverzekeringen en werknemersverzekeringen zijn verplicht. Het is voor iemand NIET mogelijk om een ​​individuele verzekering af te sluiten. Dit kan ertoe leiden dat minder mensen een groepsverzekering afsluiten, wat leidt tot hogere premies. Iedereen die in Nederland woont of werkt, betaalt mee aan de verzekering. Alleen de Zvw is wettelijk niet van toepassing.

 Sociale voorzieningen: o. bijstandsuitkering (Meningenwet), de OMM, de Algemene Kinderbijslagwet (AKW). Sociale voorzieningen zijn geen verplichte verzekeringen, maar een voorziening die wordt betaald uit de algemene begroting (de Belastingdienst). De uitvoering wordt uitgevoerd door de gemeente of een gemeentelijke sociale dienst. De hoogte hangt meestal af van het minimumloon en de woonsituatie. Uitkering op basis van de volksverzekeringen of werknemersverzekeringen heeft voorrang; huidige installatie.

Zorgstelsel: Het zorgstelsel in Nederland wordt beheerst door 4 stelselwetten: de Zorgverzekeringswet (Zvw), de Wet langdurige zorg (Wlz), de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Jeugdwet.

Soort en restitutiebeleid: Art. 11 lid 1 letter a: naturapolis (de verzekeraar staat voor adequate en tijdige zorg) de zorgverzekeraar heeft een contract met zorgaanbieders

Kunst. 11 lid 1 sub b: vergoeding van de polis (de verzekeraar hoeft niet in te staan ​​voor tijdelijke en adequate zorg) de nota wordt betaald door de verzekering. Vrije keuze van zorgverlener

Basis- en aanvullende verzekeringen:  Art. 10 Basisverzekering ZVW Een aanvullende verzekering is een verzekering voor zorg die niet in de basisverzekering zit. Bijvoorbeeld voor een bril of contactlenzen. Of voor meer fysiotherapie dan het basispakket vergoedt. Een aanvullende verzekering is niet verplicht.

Wet langdurige zorg (Wlz): De Wlz geeft recht aan verzekerden die vanwege hun aandoening(en) of beperkingen blijvend afhankelijk zijn van 24-uursnabije zorg of doorlopend toezicht. Dit betekent dat niemand alleen gelaten kan worden.

Om aanspraak te kunnen maken op de Wlz-verzekering moet er een Wlz-grondslag zijn. Er zijn 6 grondslagen: een somatische, psychogeriatrische stoornis/beperking en een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke beperking (art. 3.2. Wlz) Daarnaast moet er behoefte zijn aan permanent toezicht of 24-uurs zorg in de buurt.

Onder permanent toezicht wordt verstaan: gedurende de dag ononderbroken toezicht en actieve observatie, zodat indien nodig tijdig kan worden ingegrepen. Voor extra verzekerden die doorlopend toezicht nodig hebben, kan er op elk moment iets misgaan.

 De bewoner heeft recht op (sociale verzekering) + mensen die in Nederland wonen en werken (art. 2.1 Wlz) Bijvoorbeeld voor ouderen met dementie Het wordt uitgevoerd door een zorgbureau, dit kan een zorgverzekeraar zijn. Het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) geeft aan of iemand recht heeft op zorg op grond van de Wet langdurige zorg. Ook wordt gekeken naar de zorgsoort (art. 3.1 Wlz). CIZ wordt ook wel de hoedster van de Wlz genoemd De Wlz is niet leeftijdsgebonden, ook minderjarigen kunnen gebruik maken van de Wlz.

Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo): Het doel van de Wmo is dat mensen zo lang mogelijk zelfredzaam zijn en kunnen participeren in hun eigen leefomgeving. OMM heeft als doel maatschappelijke ondersteuning te bieden aan mensen met een handicap of chronische psychische problemen en mensen met psychosociale problemen. Maatschappelijke ondersteuning wordt ontwikkeld en uitgevoerd door de gemeente (art. 2.1. Wmo 2015).

Alle inwoners van Nederland en alle vreemdelingen die legaal in Nederland verblijven, kunnen een Wmo (sociale verzekering) aanvragen. De belanghebbende moet ingeschreven staan ​​in de gemeente waar hij de toeslag op maat wil, het is dus niet mogelijk om de toeslag aan te vragen als hij in het buitenland woont.

OMM heeft geen minimum- of maximumleeftijd. De Wmo staat dus open voor zowel baby's als senioren.

Mantelzorg: langdurige zorg verleend door vrienden, kennissen of familie. Hulpmiddelen bij zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen of opvang, rechtstreeks voortkomend uit een bestaande sociale relatie tussen mensen en NIET verleend in het kader van een helpend beroep (art. 1.1 jo 2.2 Wmo 2015).

Maatwerkvoorziening: Als een persoon beperkingen in de zelfredzaamheid of participatie niet alleen, met gebruikelijke hulp of hulp uit zijn netwerk, of met gebruikelijke voorzieningen of met gebruikmaking van algemene voorzieningen kan verminderen of wegnemen, zorgt de gemeente voor maatwerk. Maatregelen op maat (art. 1.1. Wmo 2015). Een hulpmiddel is bijvoorbeeld een traplift of een scootmobiel.

In de Wmo is een klachtrecht voor de zorgvrager opgenomen (art. 3 Wmo 2015). Als de klant zich benadeeld voelt door het gedrag van de gemeente, kan hij op grond van de Awb een klacht indienen bij de gemeente. zo niet daarna

GEZONDHEIDSWET

De Zvw verplicht alle inwoners van Nederland om een ​​zorgverzekering af te sluiten. Voor kinderen tot 18 jaar zijn ouders verplicht een verzekering af te sluiten (art. 2 lid 1 en 2 Zvw). Het is een contract tussen een particulier (verzekeringnemer) en een zorgverzekeraar. De verzekeraar heeft in de verzekeringsovereenkomst een zorgplicht jegens de verzekerde. Deze zorgplicht houdt in dat u de zorg of andere diensten die u nodig heeft binnen een redelijke termijn moet krijgen, of dat u daarvoor recht heeft op vergoeding. Andere diensten zijn beschreven in art. 11 Zvw (waaronder geneeskundige, verpleegkundige en kraamzorg).

 Kunst. 22 GW (sociaal grondrecht) Iedereen die in Nederland woont of werkt, heeft recht op basispakket zorg. Dit is geregeld in de Zorgverzekeringswet (Zvw). Zorg kan bestaan ​​uit een behandeling, een dienst of een product. Bij de Zvw krijgt u een uitgebreid basiszorgpakket.

 Zorgverzekering is een privaatrechtelijke overeenkomst: de verzekeringsovereenkomst (Boek 7 BW)

 Zorgverzekeraars zijn verplicht iedereen te accepteren voor de basisverzekering (acceptatieplicht). Leeftijd, inkomen, leeftijd of gezondheid zouden er niet toe moeten doen. De verzekeraar heeft eigenlijk geen acceptatieplicht als de verzekerde de premie korter dan 5 jaar niet heeft betaald of de verzekeraar heeft misleid (art. 3 lid 4 Zvw).

 De verzekeringnemer heeft een informatieplicht. Bij een basispakket gaat het echter alleen om identiteit en dus geen gezondheidsproblemen (art. 4 en 4a Zvw). Bij een aanvullende zorgverzekering kunnen vragen gesteld worden over onder andere gezondheid.

 Als iemand geen verzekering afsluit, krijgt diegene na 3 maanden een bestuurlijke boete (art. 9c en 9d Zvw). De boete is niet verschuldigd als de overtreding niet kan worden toegerekend.

 Alle wettelijk verzekerden voor de Wlz moeten een verzekering afsluiten bij een particuliere zorgverzekeraar.

Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) De NZa controleert of zorgaanbieders, zorgverzekeraars en zorgkantoren zich aan de regels houden. Zij analyseren risico's en doen onderzoek. Zo is het belangrijk dat zorgverzekeraars iedereen accepteren voor de basisverzekering. Leeftijd, inkomen, levensstijl of gezondheid zouden er niet toe moeten doen.

De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) De IGZ zorgt ervoor dat de kwaliteit van zorg, preventie en medische producten op peil blijft. Het doel is het bevorderen van de volksgezondheid.

SKGZ:

De verzekerde kan een claim over een zorgverzekeraar indienen bij de Stichting Aanspraken en Geschillen Zorgverzekering (art. 114 Zvw). Bij de SKGZ zijn aangesloten de Zorgverzekeraar en de Geschillencommissie. SKGZ neemt een geschil pas in behandeling nadat de verzekerde de zorgverzekeraar heeft verzocht om zijn beslissing te heroverwegen en de verzekeraar niet binnen een redelijke termijn of niet naar tevredenheid heeft gereageerd.

WERKLOOSHEIDSUITKERING

De WW-uitkering is een werknemersverzekering die het inkomensverlies voor mensen die werkloos worden zoveel mogelijk beperkt. Normaal gesproken is dit een ontslag om economische redenen.

VOORWAARDEN RECHT OP WW.................................................. .. ... ............................................

Volgens art. 15e. WW zijn er 4 voorwaarden om recht te hebben op een WW-uitkering:

  1. Werkzaam zijn in de zin van WW.
  2. Werkloos zijn in de zin van art. 16 WW (verlies arbeidsuren en beschikbaarheid)
  3. Voldoen aan de weken-/referentie-eis (art. 17 WW).
  4. Geen uitsluitingsgrond > Art. 19 lid 1 WW.

 Als aan deze vereisten is voldaan, heeft de persoon recht op een basis-WW van 3 maanden  Als iemand ook voldoet aan de vereiste beroepsgeschiedenis (4 op 5 vereisten), heeft hij recht op een verlengde uitkering.

Criteria voor werklozen:

  1. Verlies aan werkuren: een verlies van minimaal 5 uur per week of minder dan 10 uur werk -50%.
  2. Beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt art. 16 lid 1 WW. Hoe u zich als werkzoekende registreert en sollicitatieactiviteiten uitvoert.

Referentieweken/vereiste (26 van de 36 eis) In een periode van 36 weken voorafgaand aan de eerste werkloosheidsdag in 26 weken of de werknemer arbeid moet hebben verricht. Een week telt als de werknemer minimaal een uur heeft gewerkt.

Uitsluitingsgronden, art. 19 WWa. De werknemer ontvangt een ZWb-uitkering. De werknemer heeft de pensioengerechtigde leeftijd bereikt. De ambtenaar is aangehouden. De werknemer gaat op vakantie: recht op 4 weken vakantie met behoud van uitkering. Dit moet echter gebeuren na de eerste dag werkloosheid (lid 9) e. De (dummy) opzegtermijn is nog niet verstreken

Opzeggingsgronden, art. 20 WW a) Er zijn gronden voor uitsluiting van art. 19 ww geb. De maximale duur van de WW is verstreken c. De werknemer heeft een nieuwe baan aanvaard

Duur WW-uitkering: De maximale duur WW-uitkering is 24 maanden (art. 42 lid 2 sub b WW)

Recht op 3 maanden met referentie-eis: Als iemand de afgelopen 5 maanden minimaal 4 maanden heeft gewerkt, kan de uitkering worden verlengd.

De duur van de WW is afhankelijk van uw arbeidsverleden. Het arbeidsverleden bestaat uit het werkelijke en fictieve arbeidsverleden van de werknemer.

Flagrant werkloos: De werknemer moet voorkomen dat hij verwijtbaar werkloos wordt. 1. Beëindiging van de arbeidsovereenkomst wegens dringende reden in de zin van art. 7:678 BW (bijvoorbeeld ontslag op staande voet wegens diefstal of bedreiging) Bij de beoordeling of er sprake is van een dringende reden is niet nodig dat de werknemer op staande voet is ontslagen. Het kan ook gaan om het ontslag van de kantonrechter wegens wangedrag. Er kan ook een dringende reden zijn om niet mee te werken aan herplaatsing. Niet de route, maar de uitvalsbasis is dus doorslaggevend. Het gaat altijd om een ​​dringende reden en uw schuld. 2. Beëindiging door of op verzoek van de werknemer. De werknemer kan niet op zijn verzoek ontslag nemen of worden ontslagen. Er is sprake van verwijtbare werkloosheid, tenzij het voortbestaan ​​van de werknemer niet kan worden verwacht. Bijvoorbeeld bij onveilige werkomstandigheden of bij een loonachterstand van 2 maanden of meer. 3. De werknemer aanvaardt of behoudt door eigen schuld geen passend werk. Het passende werk is de eerste 6 maanden vergelijkbaar met de oude baan, daarna is al het werk passend. Het weigeren van een contractverlenging wordt beschouwd als het niet behouden of verkrijgen.

MAATREGELEN EN STRAFFEN .................................................. ... . ................................................... . .........

Indien een werkloze werknemer handelt in strijd met een verplichting op grond van art. 24 t/m 26 WW is het UWV in beginsel verplicht een sanctie op te leggen. Deze sancties omvatten een boete of maatregel. De hoogte en duur van de maatregel vindt u niet terug in de wet.

Bij overtreding van de informatieplicht legt het UWV een boete op. De boete is gelijk aan de waarde van het verlies (de waarde van het ten onrechte toegekende voordeel). Dit bedrag is gemaximeerd op 87 euro. Als er geen opzet of geen schadelijk bedrag is, is het maximum 7800 euro. Alleen bij fraude is een boete van 100% mogelijk. Bij herhaling binnen een periode van 5 jaar bedraagt ​​de bestuurlijke boete 150% van het schadeplichtige bedrag (art. 27a lid 5 WW).

Na het opleggen van de boete vordert het UWV ook de ten onrechte ontvangen uitkering op.

Het UWV kan ook volstaan ​​met een waarschuwing als de overtreding van de meldingsplicht niet heeft geleid tot een schadelijk bedrag of als dit niet hoger is dan 150 euro. Het UWV kan ook volstaan ​​met een melding als de betrokkene binnen 60 dagen voordat de overtreding wordt geconstateerd de juiste gegevens heeft verstrekt.

Het UWV ontslaat van een bestuurlijke boete als daar dringende redenen voor zijn (lid 8) Spoedeisende redenen zijn onaanvaardbare sociale of financiële gevolgen voor de betrokkene.

BIJSTAND

De bijstand wordt ook wel het vangnet (inkomenszekerheid) van de sociale zekerheid genoemd. Een bijstandsuitkering kan alleen worden overwogen als de persoon geen of een zeer laag inkomen (salaris en/of uitkering) heeft en ook niet over voldoende vermogen beschikt. Onder 'te laag' wordt in dit verband verstaan ​​een inkomen onder het voor de betrokkene geldende bestaansminimum. De hoogte van de uitkering varieert naargelang de leefsituatie (alleenstaand, bejaarde en gehuwd) Sociale bijstand is geregeld in de Participatiewet

Pw wordt bekostigd uit de algemene middelen en is dus ook een sociale voorziening (belastinginkomsten). Voor de uitvoering van de wet ontvangt de gemeente een bijdrage van het Rijk in de vorm van een 'inkomensdeel' (voor uitkering) en een 'arbeidsdeel' (voor reïntegratie). De minister van SZW en de Inspectie SZW houden toezicht op de gemeenten. De gemeente, in het bijzonder het college van burgemeester en wethouders

Aanvraag: De cliënt vraagt ​​de bijstandsuitkering aan bij het UWV, via Werk (art. 41º nrs. 1 en 2 juncto nr. 7 of nr. 2 PW). De aanvraag wordt gericht aan het college van burgemeester en wethouders (de gemeente) maar wordt ingediend bij het UWV.

De klant dient: de bankafschriften van de laatste 3 maanden, de huurovereenkomst en eventuele inkomsten te overleggen (meldingsplicht art. 17 Pw). De gemeente bepaalt welke gegevens de aanvrager moet aanleveren.

Klant moet zich inschrijven als werkzoekende bij het UWV. Het verzoek wordt verder behandeld door het college van burgemeester en wethouders

Voorwaarden voor het recht op bijstand: a) De persoon moet in Nederland wonen (art. 11 Pw) b. De persoon beschikt niet over voldoende middelen om in de noodzakelijke kosten van levensonderhoud te voorzien. w. Er is geen uitsluitingsgrond (art. 13 Pw) d. Er is geen (voldoende) voorziening aanwezig (art. 15 lid 1 juncto 5 sub en Pw). Als WW, WIA-uitkering of studiefinanciering

Algemene en bijzondere bijstand: - Algemene bijstand: verblijfskosten (huur, energie, verzekeringen), voeding, kleding, vrije tijd, vervoer en medische kosten. Minderjarigen hebben geen recht op algemene bijstand. - Bijzondere bijstand: dit zijn noodzakelijke algemene kosten van levensonderhoud die in principe door de algemene bijstand worden betaald. Als iemand niet heeft kunnen sparen of onvoldoende vermogen heeft, kan hij bijzondere bijstand aanvragen (art. 35 lid 1 Pw). BV: onvoorziene wijziging, vervanging witgoed (wasmachine/koelkast), babyuitzet tienermoeder, begrafeniskosten, kosten met rechtsbijstand. o Mensen die geen bijstandsuitkering ontvangen, maar een inkomen hebben gelijk aan of hoger dan het bijstandsniveau, kunnen ook bijzondere bijstand genieten (art. 35 n.º 1 Pv).

ENERGIE EN BIJSTAND ............................................. ... ..... ..................................... .. ...... .. ...

Erfenis: Door een erfenis kan er sprake zijn van een overschot aan vermogen waardoor de persoon geen recht heeft op een bijstandsuitkering. De persoon moet dit geld eerst gebruiken voordat hij hulp kan aanvragen. De persoon kan 1,5x de geldende norm (alleenstaand, gehuwd etc.) per maand besteden. Wanneer iemand de erfenis te snel opmaakt, wordt er gezegd dat hij onvoldoende verantwoordelijkheidsgevoel heeft getoond (art. 34, n.º 3, Pv).

Eigen woning: Hulp krijgen is mogelijk in combinatie met een eigen woning. Als de woning echter overwaarde heeft, kan dit betekenen dat de persoon de woning moet verkopen en minder moet leven (vanaf 53,00 overwaarde art. 34 lid 2 sub d). Als de woning echter toereikend is, hoeft de bijstandsgerechtigde deze in beginsel niet te verkopen (art. 50 Pw).

Alimentatie: Alimentatie wordt beschouwd als inkomen (art. 32 Pv) en wordt ingehouden op de bijstandsuitkering (art. 62 Pv toevoegen)

Kinderen met inkomen: Het inkomen van een kind tot 21 jaar telt niet mee (art. 19 t/m Pv) Art. 22a Kostendelend patroon (studiefinanciering student deelt geen kosten)

AKTE VAN ZIEKTE

ZW is vooral belangrijk voor degenen die bij ziekte geen loon van hun werkgever ontvangen. Bijvoorbeeld de zieke werknemer wiens dienstverband na 104 weken ziekte is beëindigd.

Ook een werkloze werknemer is verzekerd. De ZW bepaalt dat de WW-gerechtigde, ook als hij geen arbeidsovereenkomst meer heeft, verzekerd is (art. 7e lid a ZW). Deze gaat echter pas in na 13 weken arbeidsongeschiktheid. Bij ziekte loopt de WW dus nog 3 maanden door.

Uitzonderingen op het recht op ziekengeld (art. 29º nº 2): 'Zieke' zwangere vrouw b. Geen Risico Polis (WIA)c. Senioren (AOW)

NB! Zelfstandigen en vrijwilligers vallen dus niet onder de Ziektewet. Ook huishoudelijk personeel (hulp in de huishouding, nanny, tuinman) dat minder dan vier dagen per week bij een particulier werkt, is niet verzekerd (art. 6 lid 1 letter c ZW).

Als de werkgever het loon niet betaalt wegens weigering of schorsing, bestaat er GEEN recht op een Ziektewet-uitkering.

Als een werknemer door een orgaandonatie niet kan werken, heeft hij recht op het salaris van zijn werkgever. Daarnaast heeft de werknemer ook recht op een ziekengeld van 100% van het dagloon (art. 29 nº 2 sub e ZW).

Arbeidsongeschiktheid in de zin van de ZW: Na 52 weken moet niet alleen sprake zijn van arbeidsongeschiktheid door ziekte, zwangerschap, bevalling of arbeidsongeschiktheid, maar moet de werknemer maximaal 65 weken kunnen presteren % van om een ​​partnerinkomen te verdienen. Na 52 weken is de werknemer dus niet alleen arbeidsongeschikt, voor altijd niet in staat zijn eigen werk te doen, maar wordt ook gekeken naar het restverdienvermogen.

  • Meetmaninkomen: wat een gezond persoon verdient bij dezelfde baan, vele malen het vorige salaris
  • Restverdiencapaciteit: wat de zieke werknemer kan verdienen met ander passend werk.

Als de zieke werknemer nog minimaal 65% kan verdienen van wat hij voorheen verdiende met algemeen aanvaarde arbeid (normaal inkomen), is hij niet meer arbeidsongeschikt.

Hoogte en duur van de ZW-uitkering: De hoogte van de ZW-uitkering is 70% van het dagloon.

Weigering Ziekengeld: Het UWV kan in bepaalde gevallen het Ziekengeld weigeren. Bijvoorbeeld een zieke werknemer die niet binnen redelijke tijd medische hulp inroept of de instructies van de behandelend arts niet opvolgt.

Werknemersverplichtingen:

NATTE WIA................................................ ................ .................................. ................................. . ................ .............................................

De WIA is een sociale voorziening en wordt uitgevoerd door UWV (en door risicohouders zelf)

Na een periode van 104 weken arbeidsongeschiktheid van in beginsel 104 weken kan de werknemer recht hebben op een WIA-uitkering. Hiervoor moet de werknemer minimaal 35% arbeidsongeschikt zijn.

Het bepalen van de mate van arbeidsongeschiktheid wordt schatting genoemd. De verzekeringsarts en de arbeidsdeskundige van UWV spelen hierbij een belangrijke rol.

De WIA kent niet alleen het begrip medische maar ook economische arbeidsongeschiktheid. De vraag is hoeveel een werknemer verdiende en hoeveel hij gezien zijn beperkingen nog in staat wordt geacht te verdienen. Arbeidsongeschiktheid wordt berekend door het representatieve inkomen te vergelijken met de resterende verdiencapaciteit.

  • Meetmansinkomen: wat een gezond persoon verdient bij dezelfde baan, vele malen het oude salaris. Het UWV kijkt naar het gemiddelde inkomen dat de verzekerde verdiende in het jaar voor de eerste ziektedag.
  • Restverdiencapaciteit: wat de zieke werknemer kan verdienen met ander passend werk. Hiervoor zijn de verzekeringsarts (FML) en de arbeidsdeskundige (mediaan) nodig.

Beroepsrapportage: De verzekerde vertelt hoe hij de dag doorbrengt, dit geeft de verzekeringsarts (adviseur) een overzicht van de mogelijkheden die betrokkene nog heeft. Als hulpmiddel biedt het een Functional Capability List (FML). De verzekeringsarts kan desgewenst informatie inwinnen bij de arts of specialist die door betrokkene wordt behandeld (professional).

Beroepsonderzoek: Als wordt vastgesteld dat de werknemer nog arbeidsgeschikt is, wordt hij of zij opgeroepen voor een gesprek met de arbeidsdeskundige. Aan de hand van het door de verzekeringsarts opgestelde VGM bekijkt de arbeidsgeneeskundige welke werkzaamheden de werknemer nog kan uitoefenen. De arbeidsspecialist maakt hiervoor gebruik van het Verzekerings- en Schade Toetsingsstelsel (CBBS), waarin de activiteiten van circa 6.000 beroepen in Nederland zijn opgenomen. Met behulp van het CBBS beoordeelt de arbeidsgeneesheer tot welke algemeen aanvaarde functie de werknemer nog in staat is. Voor elke functie moeten minimaal 3 banen beschikbaar zijn. Een klus die weinig plaats vindt mag dus niet. De banenexpert selecteert 3 banen uit (mediaan). Het gemiddelde salaris van deze 3 functies is de resterende verdiencapaciteit. Of er daadwerkelijk een vacature is, doet niet ter zake.

Percentage arbeidsongeschiktheid: Het percentage arbeidsongeschiktheid wordt berekend met de volgende formule (Maatmaninkomen - restverdiencapaciteit/Maatmaninkomen) x 100%

Het arbeidsongeschiktheidspercentage is van belang voor het recht op een WIA-uitkering

De. Volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid: meer dan 80% arbeidsongeschiktheidb. Volledig maar niet blijvend arbeidsongeschikt: meer dan 80% arbeidsongeschikt

w. Gedeeltelijk arbeidsongeschikt: meer dan 35% arbeidsongeschikt

Soorten WIA-uitkeringen: 1. IVA: totale en duurzame arbeidsongeschiktheid, meer dan 80% arbeidsongeschikt 2. WGA: tussen 35 en 100% arbeidsongeschikt

IVA-uitkering De IVA-uitkering is onbeperkt in duur. IVA eindigt echter bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd, arrestatie en het niet langer volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn.

Geen herstelplicht voor btw-gerechtigden. Er is ook geen wettelijke verplichting tot herbeoordeling. Het UWV blijft echter te allen tijde bevoegd om een ​​herkeuring uit te voeren.

Verdiensten van werknemers met volledige en blijvende arbeidsongeschiktheid worden verdisconteerd tegen 70% van de uitkering. Dit betekent dat hij slechts 0,30 per euro mag houden. Inkomen wordt een probleem wanneer de gehandicapte meer dan 20% van het inkomen van de referentieman verdient.

Afhankelijk van ADL: niet zelfstandig kunnen eten, drinken, wassen en aankleden.

WGA-uitkering Als een deelnemer tussen de 35% en 100% (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt is, maar niet volledig en duurzaam, biedt de WGA inkomensbescherming. De. WGA-salarisgerelateerde uitkering (LU): Referentie-eis (26 van 36 eisen) Minimaal 3 maanden en maximaal 24 maanden Berekeningsduur gelijk aan WW Eerste 2 maanden 75% daarna 70%

B. WGA Aanvullende Salaristoeslag (LAU): 50% Inkomenseis Geen definitieve gegevens/ tot AOW

w. WGA Tracking Benefit: De laagste WIA-uitkering Iemand kan hier recht op hebben na de salarisgerelateerde uitkering of als hij of zij geen recht heeft op een salarisgerelateerde uitkering. Indien de referentie-eis art. 58 Wet WIA Ook als iemand niet voldoende arbeidsverleden heeft Geen einddata als er geen uitzondering is (art. 43 WIA), tot pensioengerechtigde leeftijd (art. 56 WIA)

op het gebied van geneeskunde, direct gerelateerd aan de persoon van de cliënt of een bepaalde derde. De persoon op wie de acties rechtstreeks betrekking hebben, wordt de patiënt genoemd.

Materiële/immateriële schade: Materiële schade is schade die direct in geld uit te drukken is. Dit geldt bijvoorbeeld voor schade aan uw eigendommen (bijvoorbeeld een auto, fiets of kleding), maar ook voor inkomensderving, ziekenhuiskosten, reiskosten, huishoudelijke hulp en dergelijke. B. Schade veroorzaakt door rouw, verdriet of geestelijk verlies. Deze schade is (in tegenstelling tot materiële schade) niet direct in geld uit te drukken. Compensatie die wordt betaald om immateriële schade te vergoeden, wordt punitieve schadevergoeding genoemd.

Goede zorgverlener (art. 7:453 lid 1 BW): De zorgverlener neemt in zijn werk de zorg van een goed zorgverlener in acht en handelt in overeenstemming met de op hem rustende verantwoordelijkheid die voortvloeit uit de geldende professionele normen zorgverleners en kwaliteitsnormen als bedoeld in artikel 1 , eerste lid, van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen in de gezondheidszorg.  Professionele standaard  Goede service  Het niet nakomen levert wanprestatie op (art. 6:47 BW)

Professionele standaard: De professionele standaard in de zorg is het geheel van medische professionele standaarden die beschrijven wat in een bepaalde situatie 'goed handelen' is. De professionele standaard zorgt ervoor dat zorgverleners goede, veilige en verantwoorde zorg verlenen.

Kunst. 11b lid 2 Wkkgz,a. bevat een verantwoorde beschrijving van de kwaliteit van een zorgproces of een onderdeel van een zorgproces, hetgeen in ieder geval inhoudt dat het innovatie in het zorgproces niet in de weg staat en dat de daarin opgenomen normen leiden tot effectieve en toepasbare zorg in het toezicht; B. bevat een client-release, samenvatting en onderhoudsplan; w. voorkomt het onderscheid tussen zorg waarvan de kosten onderdeel zijn van de kosten van collectieve zorg en overige zorg met een kwaliteitsnorm en tussen kwaliteitsnormen; en d. het is gekoppeld aan één of meerdere meetinstrumenten of bevat een schema waarin staat wanneer dit zal gebeuren. jij kunst. 7:454 Burgerlijk Wetboek

Calamiteitsmelding Een calamiteit is een onbedoelde of onverwachte gebeurtenis, die betrekking heeft op de kwaliteit van zorg en die heeft geleid tot het overlijden van een patiënt of een ernstig nadelig gevolg voor de patiënt of cliënt.

Kunst. 11 dekking 1 sub naar Wkkgz,

  1. De zorgprofessional meldt direct de keuring van: a. een eventuele calamiteit die zich heeft voorgedaan tijdens de zorgverlening;

GROOT Nat ................................................... ............... ...................................... ............................. . .................... ........................

BIG staat voor: Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg. De Wet BIG geeft regels voor beroepen in de zorg en beschermt patiënten tegen ondeskundig en onzorgvuldig handelen. De BIG-registratie is onderdeel van de Wet BIG.

De Wet BIG (Wet BIG) moet de kwaliteit van zorg door professionals bevorderen. De wet is ook bedoeld om patiënten of cliënten te beschermen tegen incompetent of nalatig handelen van individuele gezondheidswerkers.

Beroepen (art. 3º Wet BIG): Apotheker, arts, fysiotherapeut, gezondheidspsycholoog, klinisch technoloog, opvoeder-huisarts, doktersassistent, psychotherapeut, tandarts, verloskundige, verpleegkundige.

Beroepsgeheim: Het beroepsgeheim is de plicht waaraan bepaalde personen zijn onderworpen en het recht waarop zij zich kunnen beroepen om de openbaarmaking te weigeren van geheimen die hun zijn toevertrouwd of waarvan zij kennis hebben uit hoofde van hun statuut of beroep. Dit wordt ook wel de geheimhoudingsplicht genoemd, het beroepsgeheim geldt ook als de patiënt is overleden.

De arts heeft het recht op geheimhouding, hij heeft het recht om te weigeren vragen van een rechter te beantwoorden (zwijgrecht)

Kunst. 88 Wet BIG (tuchtrecht)Art. 7:457 BW (burgerlijk recht)Art. 272 Sr (strafrecht)

Uitzonderingen op de geheimhoudingsplicht (p. 130 boek)  Met toestemming van de patiënt  Op grond van de wet (bijvoorbeeld bij kindermishandeling)  Direct bij de behandeling betrokken derden  Bij plichtsverstrengeling ( art 40 Sr , overmacht in de zin van noodtoestand)

RECHTEN EN PLICHTEN............................................... ................................................... ............

Geïnformeerde toestemming: Op grond van WGBO/BW 7 heeft een zorgverlener de plicht om zijn patiënt te informeren en toestemming van de patiënt te verkrijgen voor een medisch onderzoek en/of medische behandeling. Deze combinatie is essentieel. Daarom spreken we van 'geïnformeerde toestemming' of 'geïnformeerde toestemming' (art. 7:448 jo. 7:450 BW).

 Zorgen: alle risico's, operatie-inhoud en... Informatieplicht + toestemmingsvereiste Informatieplicht + verplichte toestemming patiënt (toestemmingsvereiste) Uitzondering (informatieplicht): recht om niet te weten ( art. 7:449 BW), tenzij de patiënt er belang bij heeft te weten of het om een ​​zeer besmettelijke/erfelijke ziekte gaat (belang van de patiënt of anderen)

Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Clemencia Bogisich Ret

Last Updated: 10/07/2023

Views: 5864

Rating: 5 / 5 (60 voted)

Reviews: 83% of readers found this page helpful

Author information

Name: Clemencia Bogisich Ret

Birthday: 2001-07-17

Address: Suite 794 53887 Geri Spring, West Cristentown, KY 54855

Phone: +5934435460663

Job: Central Hospitality Director

Hobby: Yoga, Electronics, Rafting, Lockpicking, Inline skating, Puzzles, scrapbook

Introduction: My name is Clemencia Bogisich Ret, I am a super, outstanding, graceful, friendly, vast, comfortable, agreeable person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.